Sedert 1 januari 2019 zijn de nieuwe huurovereenkomsten voor studenten over studentenkoten onderworpen aan nieuwe regels.

Gezien het nieuwe academiejaar 2019-2020 er spoedig aankomt, is het van belang om rekening te houden met deze nieuwe regels.

Zo dient vanaf 2019 de huurovereenkomst, die schriftelijk moet zijn, de vermelding van de huurprijs te omvatten die reeds alle kosten en lasten moet omvatten, met uitzondering van eventuele kosten van energie, water, telecommunicatie of de belasting op tweede verblijven. Bij een nieuwe opeenvolgende huurovereenkomst voor het volgende academiejaar, mag de huurprijs in beginsel enkel geïndexeerd worden; dit geldt echter niet wanneer de onderwijsinstelling optreedt als verhuurder.

De huurwaarborg bedraagt 2 maanden en dient pas ten vroegste 3 maanden voor de aanvang van de huurovereenkomst overgemaakt te worden. Indien de huurwaarborg op een bankrekening van de verhuurder gestort wordt, is de verhuurder hierop interesten verschuldigd.

De huurovereenkomst kan niet stilzwijgend verlengd worden, zelfs niet wanneer de overeenkomst dit expliciet zou bepalen.

Huuroverdracht en onderverhuring van de huurovereenkomst is verboden tenzij met schriftelijke en voorafgaandelijke toestemming van de verhuurder, tenzij wanneer de student/huurder deelneemt aan een studie-uitwisselingsprogramma of een stage volbrengt. In dit laatste geval kan de verhuurder zich enkel verzetten tegen huuroverdracht of onderverhuring indien hij daartoe gegronde redenen zou hebben.

De huurder kan de huurovereenkomst kosteloos beëindigen tot 3 maanden voor de aanvang van de huurovereenkomst. Vanaf 3 maanden voor de aanvang van de huurovereenkomst tot de dag voor de aanvang van de huurovereenkomst, kan de huurder de overeenkomst beëindigen mits betaling van een vergoeding gelijk aan de huurprijs van 2 maanden.

De huurder kan huurovereenkomst tevens kosteloos stopzetten bij de beëindiging van zijn studie mits voorlegging van een bewijs van de onderwijsinstelling of bij het overlijden van één van zijn ouders of een andere persoon die instaat voor zijn levensonderhoud mits voorlegging van een bewijsstuk. De huurder dient wel een opzegtermijn van 2 maanden te respecteren, waarbij de opzegtermijn ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzeg werd gedaan.

De vrederechter van de plaats van het studentenkot is bevoegd voor geschillen omtrent de studentenhuurovereenkomst.